88. -, Een houthakker had zeven kinderen...

Titel

88. -, Een houthakker had zeven kinderen...

Uitgever

Beersmans - Pleek

Onderwerp

12 houtblokken met kader, niet gesigneerd, 4 rijen van 3 blokken, 62 x 82 mm., Nederlandstalige onderschriften.

Geschiedenis van Klein Duimpje, naar het mooie sprookje van Perrault dat pas in het begin van de 19e eeuw in Nederlandstalige prenten verscheen.

Vanwege hun grote armoede besluiten een houthakker en zijn vrouw met pijn in het hart hun zeven kinderen in het bos achter te laten. Klein duimpje die, nadat hij bij de kruk van zijn vader het gesprek had afgeluisterd en zo de plannen van zijn ouders kende, strooit witte kiezelstenen (Beersmans laat klein Duimpje bloemen strooien) over de hele weg, waardoor hij met zijn broers naar huis kan komen. Maar als de vreugde van de ouders groot was geweest toen ze hen weer zagen - een onverwachte teruggave van geld had hen al spijt van deze wrede verwaarlozing - dwong de ellende hen er niettemin spoedig weer toe om hen in de steek te laten. Klein Duimpje zaait dit keer brood, dat opgegeten wordt door de vogels. Dus de kinderen verdwalen in het bos. Klein Duimpje klimt naar de top van een boom, ontdekt in de verte een licht en klopt met zijn broers aan de deur van een menseneter. De vrouw verwelkomt ze, verstopt ze onder een bed, maar de terugkerende menseneter ruikt het verse vlees, ontdekt ze en besluit van ze ’s nachts te doden. Kleinduimpje heeft zijn broers gekleed met de mutsen van de zeven kinderen van de boeman, zodat de menseter zijn eigen kinderen doodde en Klein duipmpje en zijn broers van de dood zijn gered. De zeven broers vluchten. 'S Morgens merkt de boeman de dood van zijn eigen kinderen op en achtervolgt, nadat hij zijn laarzen heeft aangetrokken waarmee hij zeven mijlen in één stap kan afleggen, de zeven broers. Uitgeput van vermoeidheid en emotie valt de menseneter in slaap en Klein Duimpje steelt zijn laarzen, trekt ze aan, rent naar de vrouw van de menseneter zeggend dat haar man in groot gevaar verkeert, en alleen kan gered worden als ze al wat ze bezat aan in te leveren. Een groot deel van dit fortuin draagt ​​hij naar zijn ouders.

Relatie

Beersmans nam rond 1870 de houtblokken voor mannekensbladen over van stadsgenoot Antoine Van Genechten. Deze waren op hun beurt afkomstig uit de verdeling van hun vroegere vennootschap Glénisson & Van Genechten (1833 – 1856), die eerder houtblokken voor mannekensbladen overgenomen had van Thompson uit Rotterdam. Deze prent is daarom tevens een herdruk van prent nr. 57 uit het fonds van Thompson.

Beersmans hield zich niet aan de Nederlandse kwatrijnen. De afbeelding is een getrouwe replica, maar met de meeste houtsneden in spiegelbeeld, van een zeer mooie plaat gegraveerd door Oortman en uitgegeven met het adres van Erve H. Rijnders in Amsterdam (N° 11 of zonder serienummer). Een ander vrij getrouw maar spiegelbeeldig exemplaar werd te koop aangeboden door J. Noman & Zoon in Zalt-Bommel onder nr. 43; deze houtblokken komen niet uit de collectie van J. Noman. Er zijn verschillende andere replica’s in 19e-eeuwse Nederlandse prentenreeksen.

Datum

1870 - 1902

Type

houtsneden, ingekleurd met sjablonen

Taal

Nederlands

Aanduiding

5. Beeldverhalen
5.3 Sprookjes
5.3.8 Klein Duimpje, traditionele versie

Beschrijving

Prent 1: zonder adres, houthoudend papier van slechte kwaliteit.
Sjabloonkleuring geel, rood en groen
Periode 1870 - 1902
Prent 1: zonder adres, houthoudend papier van slechte kwaliteit.
Zonder inkleuring
Periode 1870 - 1902

Bestanden

88. -, Een houthakker had zeven kinderen...
88. -, Een houthakker had zeven kinderen...

Collectie

Citaat

“88. -, Een houthakker had zeven kinderen...,” de Prentfabriek, toegankelijk 18 april 2024, https://archief.prentfabriek.be/items/show/957.

Uitvoerformaten

Opmerkingen