245. De booze hond – le chien méchant

Oblong vel. 9 houtblokken zonder kader, niet gesigneerd, 3 rijen van 3 blokken, 70 à 90 x 95 mm., tweetalige onderschriften;

Caro, een onbeschofte en onbeleefde hond, beledigt het melkmeisje en noemt de bakker een dwaas. Zijn onbeschoftheid begint opnieuw bij de slager. Als zijn goede meester hem uitscheldt, belooft hij zichzelf te corrigeren. Maar hij vergeet zijn beloften en blijft blaffen tegen de schoolkinderen. De aanblik van een kleine schoorsteenveger ergerde hem en die van de postbode, die brieven bracht in plaats van worstjes, maakte zijn woede nog groter. Zijn meester scheldt hem weer uit. Caro, geblesseerd en vol wonden, ligt kreunend op zijn bank.

Kopie van een afbeelding getekend door G. Braun en gepubliceerd in de Munchener Bilderbogen (nrs. 167 en 168), uitgegeven door Braun & Schneider in München. De Turnhoutse prent telt slechts negen afbeeldingen, terwijl de Duitse editie, in twee bladen, er achttien heeft. Brepols heeft alle afbeeldingen weggelaten waarbij de hond, na een gemeenteambtenaar te hebben achtervolgd, wordt geslagen en gestenigd door de handelaars en de menigte. Alleen die waarin het beest, gewond en verbonden, kreunend op zijn bank ligt, is bewaard gebleven van de tweede prent. Ook de lezer, die de originele tekst niet kent, begrijpt niet waarom de hond, in de laatste afbeelding gewond en vol verband in zijn mand ligt.