Uitgever
Brepols, P.J.
Beschrijving
Prent 1: gevergeerd papier, met onderschrift "Te TURNHOUT, uyt het Fabriek en Boek-drukkery van P. J. BREPOLS. Dry exemplaire zyn 'er geplaetst volgens de formaliteyt der wet." met nummer 44 i.p.v. 43.
Wijze van inkleuring onduidelijk, mogelijk later aangebracht door eigenaar prent.
Periode 1817 - 1833
Wijze van inkleuring onduidelijk, mogelijk later aangebracht door eigenaar prent.
Periode 1817 - 1833
Prent 2: gevergeerd papier, met onderschrift "Te Turnhout, uit het fabrijk en Drukkerij van P. J. BREPOLS". Aangepaste titel begint met "De" in plaats van "Den".
Sjabloonkleuring geel, rood en blauw
Periode 1817 - 1833
Sjabloonkleuring geel, rood en blauw
Periode 1817 - 1833
Prent 3: gevergeerd, éénzijdig rood gekleurd papier, schriftomslagen in ongesneden planovel (twee omslagen op één blad) Voor deze schriftomslagen werden de houtblokken van bovenstaande prent hergebruikt.
Titel
43. Den Vasten Avond – Le Carnaval
Onderwerp
Oblong vel. 10 houtblokken zonder kader, niet gesigneerd, 2 rijen van vijf blokken, 124 à 158 x 54 à 118 mm.
In deze reeks van tien houtsneden wordt een bonte verzameling groteske personages afgebeeld, waarbij humor en overdrijving centraal staan. De figuren dragen kostuums die typerend zijn voor het einde van de 18e eeuw, maar met komische accenten, zoals uitvergrote hoeden en overdreven accessoires. De scènes hebben een speels karakter en lijken het alledaagse leven op de hak te nemen.
Drie mannen zijn te zien in een kostuum dat duidelijk bedoeld is om te lachen. Hun kledij is absurd en past niet bij de verfijnde stijl van die tijd, wat hen extra komisch maakt. Daarnaast zien we een ruzie tussen een man en een vrouw, waarin de spanning tussen hen op een humoristische manier wordt uitgebeeld, waarschijnlijk met overdreven gebaren en uitdrukkingen om de ruzie nog grotesker te maken.
In een andere scène staat een schoorsteenveger centraal, tussen twee heren. Dit contrast tussen de eenvoudige, vuile schoorsteenveger en de waarschijnlijk goedgeklede heren schept een ironische situatie die het sociale verschil belachelijk maakt. De humor zit waarschijnlijk in het idee van klasseverschillen, maar dan op een luchtige manier gepresenteerd.
Een van de meest opvallende figuren in deze serie is een ruiter die een grote geribde en met bloemen versierde hoed draagt. Zijn verschijning is zowel belachelijk als extravagant. In zijn rechterhand heeft hij een zweep, terwijl hij in de andere hand de teugels vasthoudt en tegelijkertijd een paraplu openhoudt. De combinatie van deze voorwerpen—zweep, teugels en paraplu—geeft het beeld een absurde wending, alsof de ruiter alle mogelijke voorzorgsmaatregelen heeft genomen, maar op een totaal onpraktische manier.
De kostuums die in deze prenten worden getoond, zijn duidelijk geïnspireerd door de mode van de late 18e eeuw, maar zijn zodanig aangepast dat ze een humoristisch effect bereiken. De uitbundigheid van de kledingstukken en de situaties waarin de personages zich bevinden, versterken de komische elementen, wat deze serie tot een luchtige, bijna satirische weergave van het leven maakt.
In deze reeks van tien houtsneden wordt een bonte verzameling groteske personages afgebeeld, waarbij humor en overdrijving centraal staan. De figuren dragen kostuums die typerend zijn voor het einde van de 18e eeuw, maar met komische accenten, zoals uitvergrote hoeden en overdreven accessoires. De scènes hebben een speels karakter en lijken het alledaagse leven op de hak te nemen.
Drie mannen zijn te zien in een kostuum dat duidelijk bedoeld is om te lachen. Hun kledij is absurd en past niet bij de verfijnde stijl van die tijd, wat hen extra komisch maakt. Daarnaast zien we een ruzie tussen een man en een vrouw, waarin de spanning tussen hen op een humoristische manier wordt uitgebeeld, waarschijnlijk met overdreven gebaren en uitdrukkingen om de ruzie nog grotesker te maken.
In een andere scène staat een schoorsteenveger centraal, tussen twee heren. Dit contrast tussen de eenvoudige, vuile schoorsteenveger en de waarschijnlijk goedgeklede heren schept een ironische situatie die het sociale verschil belachelijk maakt. De humor zit waarschijnlijk in het idee van klasseverschillen, maar dan op een luchtige manier gepresenteerd.
Een van de meest opvallende figuren in deze serie is een ruiter die een grote geribde en met bloemen versierde hoed draagt. Zijn verschijning is zowel belachelijk als extravagant. In zijn rechterhand heeft hij een zweep, terwijl hij in de andere hand de teugels vasthoudt en tegelijkertijd een paraplu openhoudt. De combinatie van deze voorwerpen—zweep, teugels en paraplu—geeft het beeld een absurde wending, alsof de ruiter alle mogelijke voorzorgsmaatregelen heeft genomen, maar op een totaal onpraktische manier.
De kostuums die in deze prenten worden getoond, zijn duidelijk geïnspireerd door de mode van de late 18e eeuw, maar zijn zodanig aangepast dat ze een humoristisch effect bereiken. De uitbundigheid van de kledingstukken en de situaties waarin de personages zich bevinden, versterken de komische elementen, wat deze serie tot een luchtige, bijna satirische weergave van het leven maakt.
Maker
Graveur: A. Cranendoncq
Datum
Facturatiedatum van houtblok: 12/05/1823
Taal
Nederlands en Franse titel
Type
houtsneden, ingekleurd met sjablonen
Aanduiding
8. Folklore en traditie
8.3 Volks- en kinderfeesten
8.3.4 Vastenavond en carnaval
8.3 Volks- en kinderfeesten
8.3.4 Vastenavond en carnaval
Opmerkingen